,
ciborie, monstrans e.d.
Een beker kan staan zonder voet, de onderkant is meestal breed genoeg.
Het latijn voor 'beker' is 'cuppa' en dat is de naam van het bovenste deel
van het type
kelk
dat zo is opgebouwd dat er drie delen te onderscheiden zijn.
Die kelk heeft onderaan een voet, door een
stam
(met of zonder
nodus)
gescheiden van de
cuppa.
Op de voet kan de
edelsmid
zich uitleven. De 'plattegrond' is meestal rond of
veellobbig.
In de gotiek komen die lobben op, rond of met een punt
(
blad).
Minder handig in het gebruik is de
stervorm,
waarbij fraaie punten uitsteken. De kelk moet immers tijdens de
eucharistie
als een drinkbeker gebruikt kunnen worden.
Een
ciborie
en een
monstrans
hebben een zelfde soort voet als de kelk, maar de
hanteerbaarheid speelt daarbij minder, de rijke vormgeving meer een beeldbepalende rol.
Vooral de laatst genoemde is hoofdzakelijk bedoeld om te pronk te staan.
Tekst: Jean Penders (11-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders